Scheidend directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie vindt dat pensioenfondsen “zich nergens voor hoeven te schamen”. De pensioenfondsen hebben het goed gedaan, zegt hij in een afscheidsinterview in het AD.
“Aan het begin van de crisis hadden we 600 miljard euro pensioenvermogen, nu is dat al ruim 1400 miljard. Dat er desondanks kortingen op de pensioenen dreigen, is meer het gevolg van ontwikkelingen op de financiële markten dan aan de besturen van de pensioenfondsen”, zegt Riemen, die in oktober vertrekt en dan elf jaar leiding heeft gegeven aan de belangenbehartiger van de Nederlandse pensioenfondsen.
Extreem lage rente treft pensioenfondsen
Riemen was als ambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid destijds zelf medeverantwoordelijk voor het Financieel Toetsingskader (FTK), waarin de bekritiseerde regels voor de rekenrente zijn opgenomen. Die regels beschrijven hoeveel geld de pensioenfondsen in kas moeten hebben om in de toekomst de pensioenen te kunnen betalen.
Terugkijkend is hij niet blij met dat knellende keurslijf. “Als we destijds in deze situatie hadden gezeten – dus met lage rentes – hadden we een ander toetsingskader geschreven. Daar ben ik van overtuigd. We hebben ons destijds niet gerealiseerd dat de afhankelijkheid van de rente zo’n impact zou hebben. Niemand kon zich toen realiseren dat we zo lang met zo’n lage rente zouden zitten.’’
Desondanks vindt hij dat het pensioenbewustzijn flink is toegenomen, omdat ze niet langer gegarandeerd en welvaartsvast zijn. “Na de crisis weten we dat het gegarandeerde pensioen niet bestaat. Dan is het beter om een stelsel te hebben dat aangeeft dat de pensioenen onzeker zijn.”